Cocounselen | Nog uitwerken | de ontwikkeling van CCI
26-08-2010
de oorsprong van het cocounselen
Cocounselen is voortgekomen uit ontwikkelingen in de klinische psychologie en in de beweging voor persoonlijke groei van na de tweede wereldoorlog. De humanistische psychologie deed haar intrede. Zoals ook in de client centered therapy (Rogers) ging men uit van een optimistisch mensbeeld.
Psychische problemen werden gezien als stagnaties in de persoonlijke ontwikkeling, die men zelf kon overwinnen. Nadruk lag op de reinigende en inzicht gevende waarde van het ontladen van gevoelens die verband houden met pijnlijke gebeurtenissen in het verleden.
In het begin van de vijftiger jaren startte Harvey Jackins in Seattle (USA) een counselcentrum. Daar begon de eerste vorm van tweerichting-counselen, en dus onderlinge zelfhulp. In de zestiger jaren groeide hier een beweging omheen, rond 1970 kwam deze vorm als re-evaluation counseling (RC-counseling) naar buiten, in Nederland herwaarderingscounselen genoemd. In diezelfde periode kwam het cocounselen in gebruik in Europa. De hiërarchische organisatie van het RC-counselen, als ook enkele theoretische en praktische aspecten van de werkwijze, leidde tot een afsplitsing. In Europa werd de voortrekker John Heron, oprichter van de Human Potential Resource groep van de University of Surrey. In 1974 legde hij samen met Tom en Dency Sargent uit de USA de basis voor de huidige CCI-methode (Cocounseling International) waarin gelijkwaardigheid en eigen verantwoordelijkheid centraal staan en trainers de rol hebben zichzelf overbodig te maken.
Vanaf dat moment vinden er ook internationale bijeenkomsten plaats, aanvankelijk in de USA en Europa, later – 1994 – ook in Nieuw Zeeland.
In 1997 vond een bijzondere bijeenkomst plaats in Nieuw Zeeland, waarin twee van de oprichters van toen, Dency Sargent en John Heron, terugblikten op de geschiedenis. Een verslag van deze bijeenkomst is verschenen onder de titel Dialogue about CCI.
{phocadownload view=file|id=17|target=s}
cocounselen in Nederland
In de zeventiger jaren kwam het CCI cocounselen ook in Nederland steeds meer op gang. Elementen van het cocounselen werden destijds toegepast in FORT en MRT groepen (radicale therapie groepen voor vrouwen c.q. mannen), wat de bekendheid met cocounselen vergrootte.
In 1986 werd de vereniging Co-Counseling Nederland opgericht, de Nederlandse organisatie voor CoCounseling International.
In 1994 publiceerde John Heron een herdefiniëring van de CCI methodiek. De uiteindelijke versie daarvan (1996) is naar inhoud vrijwel identiek aan wat in de zeventiger jaren ontstond; de rangschikking is overzichtelijker. (zie: John Heron, A definition of CCI, 1996)
Na 1994 kwam de theoretische onderbouwing in een groeifase. De praktijk leert dat CCI cocounselen vragen en verantwoordelijkheden bewust maakt op het sociale, maatschappelijke, universeel menselijke en spirituele vlak. Met behoud van uitgangspunten word gezocht naar de inpassing daarvan in de theoretische onderbouwing. (literatuur: J. Heron: de oorspronkelijke cocounseltheorie en de paradigma verschuiving, 1995). In 1996 vond in Toscane een workshop plaats waaraan 5 nederlandse trainers deelnamen. Hier werd geexperimenteerd met een ruimere vorm van cocounselen, waarin het spirituele bewustzijn een duidelijker plaats binnen het cocounselen krijgt. Deze vorm kreeg de naam cocreëren.
{phocadownload view=file|id=12|target=s}